“ik vind Elisabeth Groen wel een zondagskind”

 
4. Andere belangen, hetzelfde doel

Een bewoner zei: ‘We wilden samen iets moois maken.’ Een ambtenaar zei dat het project ‘persoonlijk’ was geworden. Er zat gevoel in de hele onderneming, dwars door de ups en downs heen. Het doel was voor iedereen herkenbaar. Je zag het voor je. Er was een gemeenschappelijkheid. Dat maakte ruimte voor eigen inbreng: iedereen droeg bij waar ze goed in waren. Zodat het vertrouwen groeide, ook op ingewikkelde momenten, dat er voor elk probleem iemand zou opstaan met een oplossing.



tip

In een samenwerking tussen zoveel mensen, structuren en organisaties is het cruciaal om eerst gemeenschappelijke grond te vinden. Te formuleren waar alle partijen het over eens zijn. Daarmee is de basis gelegd. Van daaruit ga je het verschil in belangen en perspectieven aan. 

conclusie en aanbeveling

Het doel was helder. Geen dubbele agenda’s. Het hielp natuurlijk dat het ging om een doel waarin iedereen zich kon vinden: een mooi park, niet een nieuwe verkeersweg of massieve nieuwbouw. Maar toch. Alle betrokkenen hadden hun eigen redenen om hieraan mee te werken, en die konden behoorlijk uiteen lopen. Dat die elkaar niet in de weg zaten kwam omdat er vooraf een doel was vastgelegd dat iedereen deelde.